Elk deelgebied heeft wel een paar plaatsen die getuigen van de gevechten die er tijdens beide wereldoorlogen plaatsgevonden hebben en de herinnering bewaren aan de strijders die eraan deelnamen. Om deze plaatsen in eigen tempo te ontdekken, zijn de Wegen van Herdenking uitgebreid met fiets- en wandeltochten. Elke tocht is ontworpen als een thematocht met diverse te bezoeken plaatsen, beschreven in een geïllustreerde routebeschrijving met historische feiten. De tochten zijn te raadplegen via de mobiele telefoon of te downloaden via internet. De oorlogen zijn teruggebracht tot menselijke maatstaven en op originele manier gebruikt om een streek en zijn erfgoed te leren kennen.
Terug naar de lijst met tochten
De 7.0-versie van iOS niet de inhoud van deze kaart correct weer te geven. Om de informatie goed te kunnen bekijken moet u upgraden naar versie 7.1
Fort Leveau, gebouwd tussen 1882 en 1884, maakt deel uit van de verdedigingsgordel van Maubeuge. Deze gordel sluit aan op het door generaal Raymond Adolphe Séré de Rivières ontwikkelde verdedigingssysteem ter bescherming van de grens met België en ter versterking van de vesting Maubeuge.
Het fort is van het soort ‘à cavalier et batteries hautes’: de geschutskanonnen staan opgesteld op schietbanketten boven de kazerne, zo’n 10 meter boven de omwalling. Het fort is omringd met gemetselde grachten met binnen- en buitentaluds om binnendringen van de vijand te verhinderen. Deze taluds worden beschermd door twee caponnières: tegen de binnenwal gebouwde ruimtes voor zijdelingse dekking binnen de grachten. De ingang en de keel van het fort zijn beschermd door twee flankeringskazematten.
Fort Leveau is een van de getuigen van de Duitse belegering van de vesting Maubeuge in de zomer van 1914. Het Duitse leger trekt na de ontmanteling van de Belgische vestingen Luik en Namen naar Parijs, geheel volgens het Schlieffenplan. Na de omsingeling van Maubeuge gaan de Duitsers op 29 augustus 1914 over tot artilleriebombardementen op de forten en gordelwerken, met als doel de vernietiging van de Franse verdediging in dit gebied die een bedreiging vormt voor de doorbraak van de troepen van de Kaiser in Frankrijk.
Op 7 september 1914 wordt fort Leveau gebombardeerd. Het dikke metselwerk is niet opgewassen tegen de Duitse granaten, vooral de 420-mm-granaten, die afgeschoten worden door houwitsers met de charmante bijnaam ‘Dikke Bertha’. Nog dezelfde dag wordt het fort geëvacueerd. Volgens de bronnen vielen er 80 à 120 doden. Het bouwwerk werd zwaar beschadigd, in het bijzonder de oorspronkelijke toegangsbrug (onlangs gerestaureerd).
Sinds 1993 is het fort onderworpen aan grootscheepse restauratiewerkzaamheden onder toezicht van de Association de Sauvegarde du Fort de Leveau. Het fort huisvest nu een museum met collecties over de geschiedenis van het fort tijdens het beleg van Maubeuge van de Duitse bezetting tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Photos credits: / /
Er wordt een netwerk van strategische wegen aangelegd om het vervoer van troepen en materiaal binnen de vesting te vergemakkelijken. Deze wegen vormen een onderlinge verbinding tussen de forten en de militaire stellingen buiten het gezichtsveld van de belegerende troepen. Deze wegen zijn voor het merendeel bestaande landwegen, onderhouden en afgestaan door lokale overheden in ruil voor een subsidie van het Oorlogsdepartement.
In de organisatie van de vesting Maubeuge verbindt weg 14 fort Leveau met fort Les Sarts en gaat via Mairieux, Elesmes en Assevent naar fort Cerfontaine. Deze strategische weg is nu de departementsweg D136.
Photos credits:
De verdedigingsgordel van Maubeuge bevat 13 forten en militaire bouwwerken. De op hoogtes gebouwde forten zijn nog duidelijk te ontwaren in het landschap.
Generaal Fournier ziet de zwakke punten van deze zichtbaarheid van de forten als hij in 1912 zijn functie als militair gouverneur van Maubeuge aanvaardt. Om de verdedigingswerken te versterken, installeert hij loopgraven, piketpalen, braamstruiken, prikkeldraad, wat hem de bijnaam ‘Generaal IJzerdraad’ oplevert.
De in België, ten noordoosten van Maubeuge, opgestelde Duitse kanonnen bombarderen vanaf 29 augustus 1914 onophoudelijk de Franse stellingen ten oosten van Maubeuge. In de forten Boussois en Cerfontaine, en de werken van Bersillies, Salmagne en Rocq, zijn de mannen verdoofd door het constant vuren en de daaruit voortvloeiende zware verwoestingen. Ook de stad Maubeuge is getroffen.
Op 31 augustus zien de Franse soldaten voor het eerst een buis van een 420-mm-granaat vlakbij fort Les Sarts. De verdedigers van Maubeuge beseffen dan dat de vuurkracht van de Duitsers een stuk machtiger is dan die van hen.
Photos credits:
Ter verbetering van de verdedigingsgordel worden tussen 1891 en 1895 zes infanterietussenforten gebouwd om de ruimte tussen de forten te vullen en de in de tussenruimtes liggende batterijen te beschermen: Bersillies, La Salmagne, Ferrièrela- Petite, Gréveaux, Feignies en Héron- Fontaine.
Het tussenfort van La Salmagne heeft het zwaar te verduren onder de bommen, vooral op 31 augustus en 1 september.
Op 1 september 12 uur opent Generaal Fournier de aanval op een front van 8 kilometer tussen Vieux-Reng en Jeumont vanuit de tussenforten van La Salmagne, Le Fagné en fort Boussois, om het vijandelijke geschut te doen zwijgen. Deze aanval blijft het enige grote offensief van de Franse strijdkrachten die, geremd door Duits mitrailleurvuur, uiteindelijk op 250 meter voor de Duitse kanonnen vastlopen.
Eind september blazen de Duitsers de flankeringsstellingen van de grachten op en ze verwijderen het netwerk van ijzerdraad om dit te gebruiken op hun front.
In 1935 wordt het fort wederom in het verdedigingssysteem van de Franse grens opgenomen. De schuilbunkers worden gesloopt en maken plaats voor een betonnen infanteriebunker met twee gevechtsblokken. Ze zijn onderling verbonden via een onderaardse gang op een diepte van 150 meter met een kazerne met keuken, slaapkamers en hospitaal.
Photos credits: /
In 1914 bevat de veldbatterij L’Epinette 6 kanonnen van 90 mm. Zij dekt het terrein tussen de Cense du Fagne en de boerderij van La Salmagne.
Rond het bouwwerk zijn nog door het leger geplaatste afbakeningsstenen te zien. Deze afbakening verdeelt het gewonnen terrein in 3 aparte zones:
Deze drie zones met een straal van 974 meter houden het land vrij rond alle militaire bouwwerken. Dit in beslag genomen terrein werkt echter vaak de door in de zone wonende boerenbevolking geëiste terreinaanpassingen tegen en remt de ontwikkeling van landbouwactiviteiten.
Photos credits:
De slag bij Maubeuge heeft 2.000 doden, zowel Fransen als Duitsers, als gevolg. Hun eerste graven zijn massagraven, tijdelijke graven of graven op begraafplaatsen in de omgeving, op de plaats waar ze sneuvelden. Talloze uit het puin van de forten geborgen en in hospitalen van Maubeuge overleden soldaten worden ook ter plekke begraven.
Op bevel van de Kaiser legt de gouverneur van Maubeuge Karl Ritter von Martini een militaire begraafplaats aan in Assevent, in nagedachtenis van de ‘onsterfelijke doden’. In maart 1916 geeft hij de betrokken burgemeesters de opdracht de in hun gemeente begraven doden over te plaatsen naar de dodenakker van Assevent. Jules Walrand, burgemeester van Maubeuge, moet de kosten voor deze overplaatsingen verspreiden over de gemeentes.
De begraafplaats wordt op 20 oktober 1916 officieel geopend in bijzijn van de burgemeesters uit de betrokken gemeentes, abt Wattiez en Jules Walrand, die de sleutels krijgt van de dodenakker.
Op de dodenakker rusten de lichamelijke overschotten van 1.140 Franse soldaten (487 in ossuarium), 399 Duitsers (342 in ossuarium), 260 Russen (200 in ossuarium), 12 Roemenen, 7 Britten en 1 Belg.
De Russische krijgsgevangenen van het Oostfront dienden als arbeidskracht voor het afmattende onderhoud van verbindingswegen, het kappen van hout in bossen en het bouwen van Duitse verdedigingsstellingen in de Hindenburglinie.
Photos credits: /
Na negen dagen van intensieve bombardementen die de Franse verdedigingsgordel van Maubeuge beetje bij beetje doet vallen, geeft generaal Fournier zich op 7 september 1914 over. De volgende dag om 8 uur is de capitulatie een feit.
Op 8 september om 2 uur ‘s middags ontvangt generaal Fournier, in gezelschap van kapitein Grenier en luitenant-kolonel Duchesne, de commandant van de belegerende strijdkrachten generaal Von Zwehl in de Poort van Mons. Generaal Fournier overhandigt, zoals gewoon in een oorlog, zijn zwaard aan de overwinnaar, die dit zwaard weigert, het hem teruggeeft en de moed prijst van het garnizoen.
De Poort van Mons, een bouwwerk van Vauban uit de 17e eeuw, vormt de achtergrond van een defilé van zo’n 32.000 door de Duitse troepen tijdens de slag bij Maubeuge gemaakte krijgsgevangenen. Deze soldaten die de verdediging van de vesting verzekerden, vertrekken in gevangenschap naar Duitsland voor meer dan 4 jaar.
In totaal waren 60.000 Duitse soldaten gemobiliseerd voor het beleg van Maubeuge, het langste beleg van de Eerste Wereldoorlog. Deze mannen vormden het tekort aan strijdkrachten van het Duitse leger tijdens de slag bij de Marne die op 5 september begon, en waarin het de Fransen en de Britten lukt om de Duitse opmars naar Parijs, die in de zomer van 1914 begon, te stoppen en Parijs te sparen.
Onder de Poort van Mons herinnert een gedenkplaat aan het bevel van generaal Fournier over de Franse strijdkrachten die de vesting Maubeuge verdedigden.
Photos credits: