Inhoud
Het project voor de wederopbouw en de renovatie van de stad Cambrai (Kamerijk) is het werk van een onafhankelijke commissie bestaande uit architecten, ingenieurs, aannemersbedrijven, wethouders en kunstenaars. De architect Pierre Leprince-Ringuet krijgt de coördinatie in handen, waarbij een aantal specifieke onderdelen van het project worden toevertrouwd aan andere architecten.
Na de oorlog is de binnenstad van Cambrai verwoest en volledig uitgebrand. Het besluit wordt genomen om het centrum opnieuw in te richten, met als zwaartepunt het stadhuis en een aantal openbare instellingen – de rechtbank, de kamer van koophandel, het postkantoor, het belastingkantoor – die aan een nieuw plein komen te staan achter de Grand-Place. Aan de Place d’Armes en in de zijstraten komen winkels en bedrijven.
Een nieuw verkeersplan moet zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer in de binnenstad door de aanleg van twee grote verkeersaders, noord-zuid en oost-west, die elkaar kruisen op de Grand-Place. Nieuwe straten worden aangelegd, oude straten verbreed en minder bochtig gemaakt. Er wordt afgezien van een te rechtlijnig stratenplan dat de structuur van de stad te ingrijpend zou veranderen. Wel komen er lange rechte lanen die zorgen voor ruimte en perspectief. De aanleg van de Avenue de la Victoire en de Mail Saint-Martin geeft meer ruimte rond het stadhuis en het station. Rondwegen en bruggen verbinden de nieuwe wijken, ontstaan na de ontmanteling van de stadswallen, niet alleen onderling maar ook met de binnenstad.
Huizen worden op dezelfde plaats herbouwd, in herziene stijl om tot een mooier architectonisch geheel te komen. Het stadhuis wordt volgens de aanbestedingsvoorwaarden weer in achttiende-eeuwse stijl herbouwd, de huizen aan de Place d’Armes in Vlaamse stijl.
De renovatie geeft de aanzet tot een algehele sanering van de stad. De abattoirs verhuizen naar de rand van de stad en er komen plannen voor waterzuivering en huisvuilverbranding.
Het nieuwe stadsontwerp brengt een groot aantal onteigeningsprocedures met zich mee, die alleen uitgevoerd mogen worden door de overheid in het kader van de wet op oorlogsschade. In 1922 tekent Edmond Garin, burgemeester van Cambrai, een overeenkomst met de Franse staat, de ‘Loi Garin’ of ‘Wet van Cambrai’, die een gemeente(bestuur) de bevoegdheid geeft in de plaats van de overheid te handelen. Door alle juridische problemen loopt de wederopbouw van Cambrai veel vertraging op en kan pas in 1923 beginnen. Het werk wordt in 1932 afgerond met de officiële opening van het nieuwe stadhuis.
Claudine WALLART,
hoofdconservatrice Erfgoed
in de Departementale Archieven van de Nord