De bewegingsoorlog en de eerste Duitse bezetting
Op 4 augustus 1914 stuurt het Duitse leger zijn troepen volgens het Schlieffenplan via België naar Frankrijk om Parijs in te nemen. Ondanks de weerstand van het Belgische leger, ondersteund door Franse en Britse eenheden, vervolgen de Duitsers hun weg naar de grens met Frankrijk, die ze ter hoogte van Maubeuge passeren. Na de mislukking van de eerste slag bij de Marne en de ‘wedloop naar de kust’ stabiliseert het front zich en graven de legers zich in. De bewegingsoorlog slaat om in een positieoorlog.
Het Duitse leger bezet de veroverde gebieden. Tegen het nieuwe militaire bewind ontwikkelen zich vormen van verzet die later hardhandig de kop worden ingedrukt.
In 1918 komt er weer beweging in de oorlog. In de zomer beginnen de geallieerde legers onder bevel van maarschalk Foch een groot offensief dat de Duitse verdedigingslinies doorbreekt en uiteindelijk het bezette gebied bevrijdt.